En dan is het woensdag 22 januari. De start van de Nationale Voorleesweken en dus ook het Nationaal Schoolontbijt 2020 met het boek ‘Moppereend’. Even voor half negen komen de eerste kinderen binnen. Veelal in pyjama, een onesie of een lekkere joggingbroek. Zelfs de juffen zien er uit alsof ze net uit bed komen. We starten de dag met een mopperspel. Wat zijn jouw grootste ergernissen? Schrijf ze op een blaadje, gooi ze in de pot en wij gaan straks raden of we weten van wie de mopper is.
Om 8.45 uur zijn we welkom in het lokaal van de middenbouw en gaan de leerlingen van groep 1 t/m 8 luisteren naar Lisette de Jongh van www.onderwijsmetgebaren.nl . Zij vertelt het verhaal van Moppereend en ondersteunt dit verhaal met gebaren. Het structureel inzetten van gebaren ondersteunt de spraak/taalontwikkeling. De passieve en actieve woordenschat wordt vergroot en het versoepelt de lees/schrijfontwikkeling.
Wat een fijne activiteit en wat een betrokkenheid. Leerlingen en leerkrachten van jong tot oud kijken en luisteren ademloos naar haar. Al snel doen de eerste kinderen mee en maken zij ook de gebaren op de juiste momenten. Hoe fijn was het weer om deze waardevolle activiteit met de hele ‘school’ te doen. Het enthousiasme van Lisette de Jongh werkt aanstekelijk en vraagt om nader kennismaken.
We sluiten de ochtend af met een vers gebakken krenten bol en een kopje thee. Bedankt allemaal voor dit prettige samenzijn.
De leerlingen uit groep 1/2 ergeren zich;
Als de honden de kleren overhoop hebben gehaald.
Als ik ruzie met zusje en ik dan op de gang moet.
Als mijn kat in mijn bed ligt.
Als mijn kamer een troep is.
Als er een hondje in mijn huis poept.
Als iemand zomaar gaat vechten met mij.
Als iemand voor je huis een rommeltje maakt en daar struikel je dan over.
Als een spelletje niet leuk gaat.
Als mijn zusje mijn robot afpakt.
Als mijn poes Mies stout doet.
Als de lichten aan blijven staan
Als iemand de spullen kapot maakt.
Als mijn kamer een rommeltje is.
Als je net nieuw speelgoed hebt en het kapot gaat.
Als er een krokodil is die ik niet vind.
De leerlingen uit groep 3/4/5 ergeren zich;
Als ik haast heb maar anderen langzaam zijn.
Als er geluiden komen in de nacht.
Als Syrische mensen niet in Turkije mogen wonen.
Als mensen irritant doen tegen mij.
Als papa of mama boos op me zijn.
Als ik hondenpoep aan mijn schoenen heb.
Als mensen ruzie maken op straat.
Als mijn zusje hard gilt.
Als mijn broertje me heel veel kusjes geeft.
Als mijn een van de kleuters de hele tijd achter me aan loopt buiten.
Als er ruzie is.
Groep 6/7/8
Ik erger me aan;
Mijn hamster die dood is gegaan.
De warmte als ik moet gaan slapen.
Dat mensen van mijn bord eten zonder te vragen.
Dat mijn broer zonder te vragen op mijn kamer komt als ik er niet ben.
Dat ik verlies bij Fortnite.
Dat mijn broer soms heel hard tegen me schreeuwt en we dan ruzie krijgen.
Dat mijn zus op mijn kamer komt om spulletjes te stelen als ik er niet ben.
Dat niemand wil dat ik kook.
Het allermeest aan oorlog.
Kinderen die niet serieus meedoen aan de voetbaltraining.
Mijn jongere zusje die me wakker komt maken, dat vind ik echt heel vervelend.
Als ik te moe ben om naar school te gaan maar dan toch moet.
Mijn zusje die me wakker gaat maken door in mijn oor te schreeuwen.
Me aan mensen die alles negatief zien, ik hou van positiviteit.
De aansteker in de auto en de kapotte onesie